Aansluitend onderwijs – dat klinkt logisch!

Kinderen ontwikkelen zich. Dat klinkt logisch. Het tempo per kind kan verschillen. Ook logisch. Dus in het onderwijs dient met tempoverschillen rekening gehouden te worden. Natuurlijk hebben de standaard methodes een bepaald tempo met zorg en aanpassingen voor kinderen voor wie het te langzaam of te snel gaat. Dat is mooi.
Maar toch… er is iets aan de hand.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de motivatie en de resultaten voor het lezen niet zo goed zijn als wij wel hoopten of verwachtten.  Die onderzoeken betreffen grote groepen kinderen over meerdere jaren – zowel nationaal als internationaal. Die resultaten kunnen we niet zomaar negeren. Lezen is immers een basisvaardigheid.

Wat zouden de oorzaken kunnen zijn?
Als je zaken blijft doen zoals je ze altijd deed, zijn de resultaten die je mag verwachten ook redelijk voorspelbaar.
Dus wat kan er veranderd worden?

Mijn gedachten en mijn droom heb ik beschreven. Je vindt ze in twee opinieartikelen; één in het Nederlands Dagblad van 17 mei 2018 en één in het Reformatorisch Dagblad van 19 mei 2018.
Bij de Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs vind je die uit het Nederlands Dagblad terug.

Reacties zijn welkom!

 

Blije kinderen? Gelukkige ouders!

Spelen was én is ontdekken, onderzoeken, actief bezig zijn en plezier maken.

Althans, dat is wat ik rondom mij zie gebeuren. Want wat kiezen ouders als vakantiebestemming? Iets waar hun kinderen blij van worden. Dan zijn de ouders ook tevreden – klinkt logisch.

Als de vakantie voorbij is, gaat het schoolleven weer beginnen. Daar wil ik het vandaag graag over hebben.

Leerkrachten doen absoluut hun best om het onderwijsaanbod goed vorm te geven. Toch valt me op dat er in de onderbouw meestal methodes gebruikt worden die van een bijzondere gedachte uitgaan. Er wordt nl. verondersteld dat wij volwassenen een willekeurig kind op een willekeurige dag bepaalde kennis kunnen bijbrengen. Dat kan best kloppen voor kinderen die al schoolrijp zijn, dat is vanaf ongeveer 7 jaar*, maar dat geldt dus niet voor de jongere kinderen. Die hebben nog tijd nodig om te rijpen, leert de WSK ons.

Laten we nu eens een kijkje nemen in een willekeurige groep 3. Alle kinderen krijgen vanaf de 1e schooldag leeslessen. Ze volgen die bijna allemaal in hetzelfde tempo – bijna allemaal, want er is natuurlijk ruimte voor kinderen die net iets langzamer of juist sneller abstracte letter- en cijfervormen kunnen onthouden.

Over ontwikkeltempo gesproken. Kan elke baby zitten met precies 9 maanden? Kan elk kleintje los lopen precies op zijn of haar eerste verjaardag? Nee dus – hoe erg is dat?
Hoe kan het dan dat wij 100% schoolrijpheid verwachten op de eerste dag dat een kind in groep 3 komt? Dat zal toch consequenties hebben voor de kinderen die nog in fase 13* zijn. Hen laten starten met leeslessen – klinkt niet logisch.

Het eerste deel: Zo ontdek ik het lezen!

Is er een alternatief? De kinderen pas laten starten met leeslessen als ze leesrijpheid laten zien. Dat is heel makkelijk te bepalen! Doordat hiermee de ontwikkeling in beeld komt, is het ook helder wanneer ze met welke lesstof het best aan de slag kunnen.
Zodra een kind er klaar voor is, gaat het met vaart door het aanvankelijk-leesproces heen. Vergeleken met het zonder onderscheid starten op de 1e schooldag scheelt het een hoop energie, leeslestijd, ontwikkeling van faalangst, moeite, zorgen en frustraties.
Wat het nog meer oplevert: kinderen worden aangemoedigd om van hun van nature aanwezige nieuwsgierige en onderzoekende houding gebruik te maken! Ze werken vanuit rust, zijn taakgericht bezig en de leesmotivatie is ook in orde**.  Bovendien blijkt er nu tijd genoeg voor bewegen, spelen en creatief bezig zijn!

Zijn die kinderen blij? Zijn die ouders gelukkig! Ja – en de leerkrachten erbij!

*Zie bijv. De kleuter is geen schoolkind op YouTube
**Sinds zomer 2017 zijn er speciale leesboekjes beschikbaar – met een beperkt aantal letters!
Hoe trots wil je de gezichten van de jonge lezers hebben?